Orgel





In 1983 bouwde de Zwitser Hubert Senn een koororgel. Het gerucht gaat dat het aanvankelijk dienst heeft gedaan als orgel in een klooster. Het is naar Friesland gekomen  via een Duitse orgelhandel en terecht gekomen in de Lambertuskerk te Arum, waar op dat moment het hoofdorgel onbespeelbaar bleek. Later is er in Arum gekozen voor een elektronisch orgel, vooral omdat door fusie het tal kerkgangers te groot werd voor het betrekkelijk kleine orgel. Het koororgel is toen terecht gekomen in het tegenover de kerk staande verenigingsgebouw.
We hebben als Stichting Victoriuskerk Pingjum het aanbod gekregen het orgel voor een luttel bedrag over te nemen. Aldus geschied. Met behulp van orgelmaker R. van Wimmenhove is het orgel onlangs naar de Victoriuskerk overgeplaatst. Ook hier blijkt het hoofdorgel steeds minder bespeelbaar. Restauratie zit er voorlopig – na de intense restauratie en innovatie – niet in. Daarom heeft het stichtingsbestuur voor deze oplossing gekozen om muzikale begeleiding van kerkdiensten mogelijk te maken. Ook voor andere muzikale uitingen blijkt het een goed instrument te zijn.  Dit is althans het oordeel van  de bekende organist Theo Jellema. Deze was onlangs op bezoek in de Pingjumer kerk om nadere studie te maken van het Leichel orgel, in verband met een te schrijven artikel. Hij heeft toen het nieuwe orgel bespeeld, was erg tevreden over de kwaliteit en feliciteerde ons met de aanschaf. Het orgel is volgens Jellema een product van zijn tijd: de nadagen van de neo-barok. Het kent als bovenste register een heldere, uitbundige en feestelijke klank, typisch voor deze stijl.
We kijken als bestuur belangstellend uit naar komend gebruik.