Zoals bekend – Bonifatius, 754 bij Dokkum vermoord – bezoeken in de 8e eeuw de eerste Christelijke predikers het Friese land. Overal worden kerken en kloosters gesticht. Omstreeks 1270 wordt de Parochie van Pingjum voor de eerste keer genoemd. Mogelijk verrijst er al rond 1100 voor het eerst een eenvoudig houten kerkje op de terp, later gevolgd door een stenen gebouw. De Pingumer kerk is dan nog een van de ‘dochterkerken’ van de Arumer kerk en valt als zodanig onder de Sint Paulusabdij van Utrecht.
In Pingjum bemoeit vanaf 1399 ook de proost (overste) van het rond 1200 gestichte klooster Vinea Domini zich met het pastoraat. Rond 1500 beleeft de ‘Roomse’ kerk in Friesland haar hoogtijdagen. Het voormalige Wûnseradiel telt dan meer dan 60 pastoors. Dit hoogtij duurt overigens slechts enkele tientallen jaren. In heel Europa begint de Roomse kerk te wankelen. Het klooster Vinea Domini raakte in 1566 in verval door overstromingen
De reformatie
Maatschappelijke onvrede over wanbeheer in de Roomse kerk is de oorzaak van een kerkelijke ‘protestbeweging’: de reformatie. Een bekende kerkhervormer is de priester Maarten Luther die in 1517 de onvrede openbaar uit. Een generatie later is het vooral de rechtsgeleerde Johannes Calvijn die vorm geeft aan vernieuwing van de kerk. Dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen steeds meer mensen (en priesters!) kennis nemen van de bijbel. Er komt een herbezinning op het ‘ware geloof’ op gang.
Menno Simons
Twee denkbeelden van de kerk roepen met name twijfels op: de letterlijke omzetting van brood en wijn in lichaam en bloed van Jezus bij het avondmaal en de kinderdoop. Beide zaken worden in de bijbel niet genoemd. Deze thema’s houden ook Menno Simons bezig. Hij is in 1524 hulppastoor geworden in Pingjum en uit zijn geschriften is bekend dat hij in 1526 voor het eerst de bijbel las en hierover van gedachten wisselde met de pastoor. Toch houdt hij zijn twijfels nog voor zich en laat zich in 1533 benoemen tot Pastoor in Witmarsum.
In deze periode laat de beweging van de wederdopers van zich horen. Zij zijn van mening dat de doop een bewuste geloofskeuze is en brengen dit in de praktijk door de ‘wederdoop’ van gelovige volwassenen.
De beweging wordt fel bestreden door de katholieke kerk en veel wederdopers gebruiken zelf ook geweld. Voor Menno Simons is dit jarenlang een reden om nog geen partij te kiezen. Uiteindelijk treedt hij in 1536 openlijk uit de kerk en sluit zich aan bij de wederdopers. Vanwege de vervolgingen noodzaakt hem dit tot een zwervend bestaan in Groningen en Oost-Friesland met incidentele bezoekjes aan Friesland en Holland. Hij heeft een dusdanig gezag en verbindend vermogen dat hij wordt beschouwd als een belangrijk leider. Ook zijn geschriften dragen daar aan bij.
Ongetwijfeld heeft Menno Simons, omdat zijn vader hier woonde, enige malen Pingjum bezocht en er wellicht (illegaal) gepreekt, maar het Pingjumer Schuilkerkje dateert van ongeveer 1600, dus lang na Menno’s dood in 1561.
Godsdienststrijd
Vanaf 1561 vinden de Nederlandse Calvinisten onderdak in de Nederlands Hervormde Kerk. Pas in 1580, als in de Nederlanden de Roomse eredienst verboden wordt, moet ook in Pingjum de laatste pastoor het ambt neerleggen. De katholieken gaan nu ondergronds en wellicht hebben enkele trouwe gelovigen uit Pingjum het katholieke (schuil)kerkje in Witmarsum bezocht. Ook de Mennisten moeten hun kerkgebouwen trouwens nog ‘schuil’ houden.
In Pingjum nemen de Hervormden bezit van de oude Victoriuskerk. De eerste jaren deelt de kerkelijke gemeente Pingjum met meerdere dorpen één dominee. Omstreeks 1600 stellen Pingjum en Zurich samen een dominee aan: ds. Durandus Piërri. Net als voorheen de pastoor, wordt de dominee betaald uit de inkomsten van het landbezit van de kerk. De oude pastorie aan Kerkstraat 7 wordt hergebruikt door een lange rij van predikanten. (Overigens heeft Menno Simons nooit in deze pastorie gewoond. Als Vicaris –hulppastoor- woonde hij in het Vicariehuis aan de Grote Buren 2).
Na de dood van dominee Winsemius in 1886, duurt het tot 1905 voordat er weer een nieuwe dominee wordt benoemd: mr. H.H. Riepma. Hij is de eerste die in de pastorie aan Grote Buren 17 gaat wonen.
Kerkscheuring
Dat er in Pingjum tussen 1886 en 1905 geen predikant is heeft twee oorzaken:
Onder leiding van Abraham Kuyper vindt in 1886 de Doleantie plaats en ontstaat de Nederduitse Gereformeerde kerk. In Pingjum weten de gelovigen geen eendrachtige keus te maken, met als resultaat dat er geen predikant beroepen wordt.
Het is ook de periode dat de socialistische beweging opkomt die in Pingjum veel aanhangers heeft. Van 1893 tot 1900 bezit ‘Arbeidersmaatschappij De Toekomst’ een eigen verenigingsgebouw op Grote Buren 15. De anarchistisch-socialistische Domela Nieuwenhuis wordt beschouwd als ‘ús ferlosser’. Als de armenzorg van de kerk besluit opstandige arbeiders niet meer te steunen, keren velen zich af van de kerk.
Na 1886 gaan de Pingjumers die een Gereformeerde preek willen horen ter kerke in Arum of Bolsward. Ook vinden er huiskamerbijeenkomsten plaats. In 1893 stichten de Pingjumer Gereformeerden een eigen gemeente en een eigen school aan Molenlaan 17. Kerkelijke bijeenkomsten vinden daarna plaats in de school.
In 1916 koopt de Gereformeerde kerk het kerkgebouw van Lollum en herbouwt dit aan Pibemalaan 11. Een eigen predikant kan de gemeente niet betalen, maar van 1922 tot 1942 hebben Pingjum en Witmarsum samen een dominee. Daarna kan Pingjum een eigen dominee bekostigen.
Kerksluitingen
In de Mennistenkerk worden al lang geen regelmatige zondagsdiensten meer gehouden.
De Gereformeerde Kerk sluit in 2007 haar kerkdeuren en gaat sindsdien samen met de Hervormde Gemeente op in de Protestantse Kerk Pingjum/Zurich. Gezamenlijke kerkdiensten worden sindsdien wisselend gehouden in Witmarsum, Pingjum en Zurich.
Een samengaan van de Protestantse Kerk van Pingjum/Zurich met die van Witmarsum heeft in 2017 haar beslag gekregen; de gemeente draagt de naam: Trijeris Ien.
In Pingjum heeft het Gereformeerde kerkgebouw een nieuwe bestemming gevonden als dagbesteding en voor incidentele culturele activiteiten. Het schuilkerkje wordt in stand gehouden als monument, ontvangt veel bezoekers uit alle werelddelen en wordt incidenteel gebruikt voor kerkelijke en culturele activiteiten.
Het Hervormde kerkgebouw is op 23 januari 2017 door de Protestantse Gemeente Pingjum-Zurich overgedragen aan de Stichting Victoriuskerk Pingjum. Het gebouw zal in stand worden gehouden als monument, krijgt een culturele bestemming en zal incidenteel gebruikt worden voor kerkelijke vieringen.